Door Bert Braspenning

 

Het seizoen zit er bijna op en hopelijk zijn de meeste liefhebbers tevreden over de behaalde resultaten. De één is dat al met een enkele overwinning in de club, de ander is pas tevreden met 3 overwinningen en zo kunnen we doorgaan tot provinciale en nationale overwinningen. Er zijn trouwens iedere week nogal wat winnaars. Ik heb gelezen dat er in ons land nog 676 duivenverenigingen zijn dus elke week al 676 winnaars, tel daar de samenspelen,  rayons, kringen, cc’s, sector en afdeling winnaars bij op en dan kom je tot een respectabel aantal.

Hetzelfde geldt voor de kampioenschappen, daar is het nog gekker. Elke vlucht is er maar één winnaar, bij de kampioenschappen wordt je er duizelig van, soms wel 10 tot 15 kampioenen per onderdeel en ook daar zijn er nogal wat van bedacht. Op die manier stelt de  duivensport niet zo veel voor, er zijn sporten die behoren tot de snelst groeiende, helaas hoort de duivensport daar niet bij. Wij behoren jammer genoeg tot de sportbond die zich in een sterke neergaande spiraal bevindt. Daar helpt geen moedertje lief aan, het is op korte termijn niet te stoppen.

 

Gelukkig zijn er nationale bestuursleden die daar anders over denken, zij hebben er nog vertrouwen in dat ze het tij kunnen keren. Ik vraag me af hoe? Er zijn niet eens 10.000 actieve leden meer en daarvan zijn de meeste kaal of grijs, zij genieten nog elke dag van hun duifjes. Helaas speelt een groot deel niet meer mee en of zij nog zitten te wachten om deel uit te maken van een bestuur of commissie. Denkelijk mogen we dat niet meer van hen verwachten. Er zijn er nog wel die zich op hoge leeftijd erg druk maken, dat zijn altijd dezelfde, of wij daar op zitten te wachten betwijfel ik ten zeerste. Zij draaien al jaren mee en hebben er toe bijgedragen dat de duivensport inmiddels een zorgwekkende sportbond is geworden.

 

Steeds minder leden, een nationaal bestuur dat het niet voor het zeggen heeft en nog steeds hetzelfde gigantische aantal kampioenschappen. Het slaat werkelijk nergens op. Toch zijn er nog steeds  lieden die blij zijn met bijvoorbeeld  een 6e plaats in de club in de categorie navluchten aangewezen in de B-groep en dat van een club met 14 leden. Laten we toch ophouden met die onzin. We willen toch voor “vol” aangezien worden! In elke sport kan er maar één kampioen worden, daar gaat het om. De anderen kunnen een prachtige lijst krijgen waarop ze kunnen lezen op welke plaats ze geëindigd zijn, laten we ophouden om ze kampioen te noemen. Het zou mooi zijn dat de duivensport nog een lang en gezond leven tegemoet gaat. Ik zou willen dat ik wist op welke manier, door veel meer samen te werken kan het in ieder geval aanzienlijk goedkoper worden en dat past precies bij de grote groep AOW’ers die onze sport rijk is.

 

Kortom er is werk aan de winkel voor het huidige NPO bestuur en alle huidige leden om onze mooie sport aantrekkelijk te houden en maken voor de toekomstige duivenliefhebbers! Er zijn nieuwe ideeën nodig.

 

Eenheidsworsten

Van het wedstrijdseizoen naar het verkoopseizoen. Het is inmiddels een goed gebruik dat van elke duif die via internet verkocht wordt een foto gemaakt wordt, vaak daarbij ook nog een foto van het oog en de vleugel. Wat vinden wij als duivenmannen van die foto’s, ze zijn allemaal exact hetzelfde, vandaar dat ik het eenheidsworsten noem. De duiven staan op de foto zoals ze in werkelijkheid niet zijn, het zijn standbeelden. Kijk eens naar de oude foto’s in de rubriek 40 jaar geleden, dat zijn foto’s zoals de duiven er in werkelijkheid uitzien. Doormiddel van computer programma’s worden de duiven te mooi en onecht gemaakt. Je zult de beteuterde gezichten moeten kunnen zien van kopers die zo’n duif gekocht hebben en thuisgestuurd krijgen. We zijn toch allemaal echte melkers, we willen toch duiven zien zoals we die op het hok hebben. Dan hebben we het nog niet eens over de prijs gehad. Denk er om dat het een lucratieve zaak is om tegenwoordig duivenfoto’s te maken. Er komen steeds meer duiven fotografen, daardoor komt er gelukkig ook wat meer concurrentie. Ik heb foto’s moeten laten maken die 45 euro per stuk kosten, dat is voor ons ouwe melkers 100 gulden en met oog en vleugel er bij is het 125 gulden. Daar kon je vroeger bijna een half jaar je duiven van voeren. Dat bedrag spreekt ons misschien wat meer aan omdat wij melkers veelal nog steeds in guldens rekenen. Ik heb eens een fotograaf bij me gehad die een stuk of 12 duiven op de foto moest zetten, binnen een half uur was het klaar. Prima foto’s, daar heb ik verder geen commentaar op, ook geen 45 euro per stuk, wel een bedrag waar een ander 3 dagen voor bij een baas moet gaan werken. Is dat lekkere handel of niet en wij melkers maar klagen dat onze sport zo duur is. En weet je wat zo mooi is, de heren fotografen zetten zonder het te vragen ook nog hun naam en adres op uw en mijn foto. Nee niet op de achterkant maar op de voorkant, mooie reclame die wij betalen. Eens of oneens, ik wilde dit toch graag aan alle duivenmelkers kwijt (het woord duivencoach kan ik nog steeds niet uit mijn mond krijgen).