door Bert Braspenning

GEBEURTENISSEN

Ons nationale voetbalteam heeft vele trouwe supporters wat niet zo vreemd is want dat het behoorde vele jaren tot de beste landenteams van de wereld. Helaas, het aantal trouwe supporters is nadat Nederland zich niet heeft geplaatst voor het WK in Rusland drastisch teruggelopen. Begrijpelijk, het misselijk makende gedrag van de spelers, de tegenvallende resultaten en de te hoog opgewaardeerde kwaliteit van de bondscoach blijken ver onder de maat. Misschien heeft de pers ons oranje team te veel omhoog geschreven. Hetzelfde is nu het geval met onze schaatsers. Nederland is het schaatsland bij uitstek maar als andere landen niet in de ontwikkeling stil blijven staan dan wordt de concurrentie steeds groter. Dat was te zien tijdens de eerste wereldbeker wedstrijden in de Nederlandse schaatstempel te Heerenveen. Het is vervelend om te moeten constateren dat de Hollanders min of meer weggereden werden wat werd veroorzaakt doordat de neuzen van vooral de heren schaatsers niet dezelfde kant op stonden. Zo zullen we ook moeten oppassen dat zoiets in duivenland gebeurd. Er is al enige tijd een nieuw bestuur bezig om eensluidende lijnen uit te zetten voor iedereen die aan de vluchten mee wil doen. Dat de besluiten niet voor iedereen tot tevredenheid zijn is nu eenmaal een onmogelijke opgave. Het positieve is dat voor elke liefhebber elke week spelmogelijkheden zijn, een situatie waarmee we erg blij mee moeten zijn. Desondanks komen er toch allerlei tegenvoorstellen. Wanneer komt de tijd dat we in grote lijnen eensgezind zijn wat eigenlijk heel eenvoudig zou moeten zijn. Vertrouwen hebben in ons nationale bestuur maar niet alleen vertrouwen we moeten ze ook steunen. Alleen op die manier zal duivenspel een gezonde toekomst hebben. Op 4 november is tijdens de nationale ledenvergadering weer een stap in de goede richting gezet.

IN GESPREK MET EEN BEGINNER

Het komt sporadisch voor dat je in gesprek raakt met iemand die als hobby duivensport heeft gekozen. Gelukkig zijn er tal van mogelijkheden om te starten. Wij oudere liefhebbers kunnen daar ons steentje toe bijdragen. Het beste is om beginnelingen niets te vertellen over duiven tijdschriften of erger nog informatie geven over verkoopsites. Adviseer ze om veel boeken over de duivensport te lezen. Daar steekt een beginnende duivenliefhebber iets van op. Van verkoopsites en tijdschriften met alleen een opsomming van allerlei uitslagen worden beginners niets wijzer. Vertel ze dat ze in deze tijd van het jaar eens een kijkje gaan nemen bij regionale duivenshows. Daar kunnen ze de fraaiste duiven van liefhebbers bij hun uit de buurt bewonderen. Verder is er een mogelijkheid om in gesprek te komen met de winnaars van de show of met andere bekende spelers uit de omgeving. Een ieder is dan in de gelegenheid om een afspraak te maken voor 1 of zelfs meerdere hokbezoeken. Dat is interessant en leerzaam. Op dergelijke shows is men vaak in de gelegenheid om voor een redelijke prijs een bon of duif aan te schaffen van bekende regionale en zelfs nationale kampioenen. Kortgeleden raakte ik in gesprek met een starter. Het was iemand van achter in de vijftig die als kind duiven had gehad en er verder nooit iets mee gedaan heeft. Hier zien we dat het belangrijk is dat al op zeer jonge leeftijd kennis wordt gemaakt met het houden van duiven dan is er grote kans dat er op latere leeftijd weer op terug word gekomen. Het is te vergelijken met iemand die ooit met zijn kont op een racefiets heeft gezeten, van dat gevoel kom je nooit meer af en de wielersport zal hun altijd blijven interesseren. Zo is dat ook met onze duivensport, ook dat is een soort verslaving eens duiven, altijd duiven! Belangrijk is het dat beginners niets dan positieve verhalen horen. De duivensport is en blijft een prachtige hobby bij huis. De duivensport is geen goedkope hobby maar welke hobby is dat wel. Je kunt elke hobby zo duur maken als je zelf wilt. Beter is het om de hobby langzaam op te bouwen, iedereen zal moeten beginnen met een leerperiode. De duivensport zal daar veel meer op in moeten spelen. Met krantenberichten over een duif die voor 500.000 euro is verkocht krijgen we er geen nieuwe leden bij. De beginner die ik laatst sprak was met 500 euro in zijn zak naar een zaalverkoop gegaan met de bedoeling een jonge duivin van goed presterende ouders te kopen. De man ging gedesillusioneerd naar huis omdat er beneden de duizend euro geen duif te koop was. Ik vertelde hem dat de prijs die voor een duif betaald wordt niets over de kwaliteit zegt. Ik heb hem maar niet verteld wat er vorige week in Noord-Limburg plaats vond. Daar was een verkoop van jonge duiven bijeen gebracht door prominente Belgische en Nederlandse liefhebbers. De gekte was daar compleet. Bij de vier duurste duiven van de verkoop zaten er drie van de Belg Willy Daniels. Hij is de man wiens duif enkele weken geleden verkocht werd voor vier ton. Zonder meer een heel goede duif maar voor 4 ton kun je ook een heleboel andere leuke dingen doen. Willy is trouwens een liefhebber die vrij gemakkelijk zijn beste duiven verkoopt en altijd weer zorgt dat hij binnen de kortste keren weer 1 of zelfs meerdere goede duiven op de kooi heeft. Het verkopen van zo een peperdure duif heeft ook andere zeer grote commerciële voordelen het gehele hok wordt daarmee opgewaardeerd. Het bewijs daarvan werd vorige week geleverd tijdens een zaalverkoop. Drie jonge duiven werden verkocht voor respectievelijk 80.400 49.200 en 43.200 euro. De totale opbrengst van de 168 te koop aangeboden duiven was 941.000 euro (gemiddeld 5.600 per duif). Als er tijdens een regionale show bonnen en duiven te koop worden aangeboden met de bedoeling de clubkas een financiële injectie te geven dan wordt er luid geapplaudisseerd als er voor 20 duiven in zijn totaliteit om en nabij 1500 euro wordt geboden en dan heb ik het niet eens over de kwaliteit want die zal zeker niet onderdoen van die duiven die voor gemiddeld 5.000 euro of meer aan de man gebracht worden. Die dure omhoog geschreven duiven komen alleen maar van commerciële melkers die hun naam vaak te danken hebben aan top prestaties van een van hun duiven. De hele zomer kweken ze om zo veel mogelijk duiven in de wintermaanden te verkopen. Bij de regionale verkopingen doen de schenkers  hun uiterste best om een kwalitatief hoogwaardige duif te leveren die meestal uit hun beste kweek of vliegkoppel komt. Nee, al die gigantische bedragen zijn niet goed voor de duivensport, wel voor de liefhebber zelf. Wie van ons zou niet willen dat hij zo af en toe eens een duif voor een gigantisch bedrag kon verkopen, natuurlijk willen de meeste van ons dat. We kunnen ons afvragen of we er daardoor nieuwe leden krijgen. Het lijkt mij meer voor de hand liggen dat we daardoor meer liefhebbers kwijt raken. Zo denkt de beginneling die ik laatst sprak er namelijk ook over.

TELEURSTELLEND

Kortgeleden hadden we van de club onze najaarsvergadering. De opkomst van de leden was goed, helaas waren de reacties op de nieuwe voorstellen voor het volgende seizoen nu niet direct positief te noemen. Ik dacht toen aan de beginneling die ik had gesproken. Er flitste door me heen “als die man deze vergadering had meegemaakt zou hij misschien wel gillend zijn weggelopen”. Zeker zo erg vond ik het dat de animo om mee te doen aan de jaarlijkse tentoonstelling van ons samenspel minimaal was. Niemand stak zijn vinger omhoog ten teken dat hij meedeed. Pas toen vader en zoon Braspenning te kennen gaven dat ze zeker meededen kwamen er heel voorzichtig nog wat vingers omhoog. Vorig jaar had onze club de mooiste collectie ingezet, dan moet je toch zeker die prestatie willen verdedigen. Helaas denkt niet iedereen daar zo over.

BERT BRASPENNING