Door Bert Braspenning

Als ik ’s morgens opsta is een vaste gewoonte van mij om uitgebreid teletekst te lezen. Dat heeft te maken met mijn doofheid. De hele dag staat bij ons de radio aan maar voor mij te zacht om het gesproken woord goed te kunnen volgen. Om toch op de hoogte te blijven van het laatste nieuws maak ik dus gebruik van teletekst en pas later in de ochtend wordt tijdens het koffie drinken de krant gelezen. Ook ’s avonds voor het naar bed gaan lees ik even teletekst. Zo las ik deze morgen met verbazing dat het sinds het begin van de metingen in 1901 het nog nooit zo warm in Nederland is geweest. De dag begon met een temperatuur van 12,2 graden Celsius en de verwachting is dat het wel 14 graden kan worden. Dat zijn voor Nederlandse begrippen lente temperaturen. Normaal zou zijn dat er in deze tijd van het jaar wordt jaar geschaatst, ligt er sneeuw en is er volop ijspret. Het lijkt er op dat dit voor ons land verleden tijd gaat worden. Het zullen de boeken zijn waar onze kleinkinderen in kunnen lezen hoe het vroeger in Nederland was. Nederland het land van de schaatssport, de grote vraag is hoe vaak zullen we het nog meemaken dat sloten, kanalen en meren bevroren zijn zodat er lange schaatstochten zoals de wereldberoemde Elfstedentocht van 225 km georganiseerd kunnen worden. Internationaal wordt er gelukkig heel veel aandacht besteed aan de opwarming van de aarde, jammer of beter gezegd onbegrijpelijk dat bepaalde landen zich er totaal niet druk over maken want het zal voor de hele wereld grote gevolgen hebben. Toen ik dit grote nieuws over de recordhoogte van de temperatuur in Nederland las moest ik uiteraard ook even denken over de eventuele gevolgen voor de duivensport. Wij en onze duiven leven in Nederland een land met vaak enorme verschillen in weertypes, daar zijn we in groot gebracht en we weten niet beter. Dat is hetzelfde met de bewoners uit de zuidelijke en andere warme landen en voor de Eskimo’s. Al die mensen zijn gewend aan hun klimaat. Voor de duiven geldt precies het zelfde. Wij Hollanders raken al in paniek als onze duiven hun wedstrijden hebben met temperaturen van om en nabij de 30 graden terwijl zoiets in de warme landen de normaalste zaak van de wereld is. In ieder geval is het belangrijk om er over na te denken hoe in de toekomst (heeft de duivensport nog wel toekomst?) onze duivensport er uit gaat zien. Laten we bijvoorbeeld even stil blijven staan bij de periode waarin  in Nederland met duiven wordt gespeeld. Normaal vanaf het laatste weekend van maart tot en met tweede helft september. Is dat nog wel mogelijk als de temperaturen ieder jaar hoger worden en dat is niet het enige, ook de steeds omvangrijker wordende regenbuien spelen daarbij een grote rol. In Nederland hoor ik steeds meer de roep om het vliegseizoen later te laten beginnen daar zijn een aantal gegronde redenen voor. Als we met name naar het weer kijken gaat er voor onze sport denkelijk noodgedwongen toch iets veranderen. Het vroege voorjaar kent erg milde temperaturen en daar kunnen onze duiven veel beter tegen dan tegen de tropische temperaturen die we in hoogzomer meer en meer gaan meemaken. De steeds heftigere en langdurige regenbuien doen ons misschien wel besluiten om in de warmste periode van het jaar niet meer met duiven te spelen en zal er een zomerstop ingevoerd moeten worden. Wie weet gaan we dan mogelijk tot eind oktober spelen. Of misschien moet het vliegseizoen ingekort worden tot iets meer dan 4 maanden. Het is allemaal nog koffiedik kijken, dat er iets gaat veranderen is zo zeker als dat twee maal twee vier is. In diverse zuidelijke landen is een zomerstop heel gebruikelijk en noodzakelijk.