Door: Bert Braspenning

In de eerste plaats wil ik beginnen met u allen een zeer voorspoedig, gezond en succesvol 2018
toe te wensen. Na alle gezelligheid die de maand december ons te bieden had is het toch wel
weer een lekker gevoel om de draad van alle dag weer op te pakken. We gaan de goede kant op
want de kortste dag ligt alweer enkele dagen achter ons. We zijn op weg naar het voorjaar maar
zover is het nog niet, we hebben nog twee koude maanden voor de boeg en ook in maart is er
vaak nog volop sneeuwpret mogelijk.
Helaas is de toestand in de wereld nog steeds niet rooskleuring en dan maken wij ons druk over
een deuk in een eitje of een kaal jong dat naast de schotel ligt. Waar hebben we het in hemelsnaam
over? Het voorbije weekend hadden we onze jaarlijks clubtentoonstelling. Nog nooit is er
een jaar geweest dat ik in mijn ruim 70 jarige duivenloopbaan niet meegedaan heb. Het is in de
eerste plaats een gezellig weekend in de stille winterperiode en het is leuk om met sportvrienden
onder elkaar weer eens terug te blikken op het seizoen en natuurlijk gaat het ook over de plannen
voor 2018.
Nieuwsgierig naar de uitslag van de keuring is bijna niemand meer. Het gaat tegenwoordig vooral
over commercie binnen onze sport. Die voert helaas toch steeds meer de boventoon waardoor
liefhebbers niet spontaan meer over hun hobby praten. De grote hokken gaan meer en meer de
boventoon voeren en kleine liefhebbers gaan zich steeds meer afzetten tegen de grote jongens.
Misschien niet helemaal terecht maar het gebeurt wel en dat gaat ten koste van de sfeer in de
club.
In onze club hebben wij geen hele grote liefhebbers en ook geen commerciële jongens. Wat dat
betreft is de zaak aardig in evenwicht wat niet het geval is met de prestaties. Daar zit nog wel een
behoorlijk verschil in. Gelukkig hebben wij binnen onze vereniging nog steeds een A en een B
groep. In de A spelen we met 8 man en de rest van de leden speelt in de B. Aan onze tentoonstelling
deden dit jaar slechts 13 leden mee, 14 lieten het afweten en dat is met name voor de
organisatie zeer teleurstellend. Gelukkig heb ik heel andere tijden meegemaakt, wat het verenigingsleven
betreft “gouden tijden”. Het is niet meer, we zijn inmiddels ook allemaal oud en staan
niet meer te trappelen om de dansvloer op te gaan. Toch gebeurde het in mijn jongere jaren allemaal
veel gedisciplineerder. We voelden ons verplicht om aan alles wat de club organiseerde
mee te doen, we waren echte clubmensen. Dat schijnt tegenwoordig een uitstervend soort te zijn.
Steeds meer clubs gaan ter ziele, we zullen moeten gaan wennen aan de situatie dat we met
steeds minder liefhebbers en dus ook met minder duiven gaan spelen. Dat wil niet zeggen dat
het daarom minder gezellig is, daarom is het wel belangrijk dat elke club een actief bestuur heeft
want er zijn genoeg leuke dingen te bedenken die voor een goede sfeer binnen de club zorgen.
De leden moeten wel willen inzien dat zoiets alleen maar kan als elk lid daar aan meewerkt. Wie
weet is dat in 2018 het geval.