Door J. van der Sluis

Nog voor de jongen geboren worden ontwikkelt zich aan de binnenzijde van de krop een verhoogde laag cellen (epitheelcellen) die afgescheiden worden. Het ziet eruit als gestremde melk en dient als eerste voer voor de jongen. Dit wordt “kropmelk” genoemd.

Het is een zeer rijke voeding met een hoog gehalte aan eiwitten (65%) en vetten (30%) en een paar procent koolhydraten en wat mineralen.

Wat zeer belangrijk is dat de kropmelk ook antilichamen bevat die het lichaam gaat beschermen tegen allerlei infecties. Daarom wordt ook de biest van een koe (de eerste melk na het kalveren)  aan het kalf gegeven voordat men overgaat op kunstmelk.

Wat kropmelk ook doet , en daar gaat het in dit artikel vooral om, is het beïnvloeden van de darmflora op een positieve wijze, het werkt dus als een probioticum. Dat is ook de reden dat we in deze periode van een dag of 8-9 na de geboorte van de jongen juist geen antibiotica moeten toedienen aan de oude duiven. Antibiotica kan de prebiotische werking van de duivenpap verstoren. Ook chemotherapeutische middelen die in geelkuren zitten zijn niet gewenst in deze periode tenzij de trichomoniasis de pan uit rijst waardoor de jongen ernstig besmet worden en soms kunnen stikken.

Antibiotica is verder een verhaal apart.  Er wordt tegenwoordig veel gesproken over resistentie. Vooral bij mensen schijnt dit probleem groot te zijn. Naar aanleiding van een artikel van Willem Mulder waarin hij stelt dat collega Hendriks uit België onderzoek gedaan had bij duiven (waarschijnlijk uit zieke of gestorven duiven) waarbij ontlasting en sectie materiaal werd onderzocht op resistentie voor antibiotica en waarbij een hele reeks veel gekozen middelen niet of nauwelijks meer werkzaam waren. Hij sprak overigens over “vele testen” en daarna maar over 4 liefhebbers……?

Wij hebben ook antibiotica gevoeligheidsonderzoeken gedaan op veel (van tientallen liefhebbers) Salmonella-bacteriën die wij in de ontlasting van de duiven van onze klanten vonden. Deze onderzoeken hebben wij eerst zelf verricht in ons eigen lab en toen laten herhalen door een gespecialiseerd bedrijf die geen enkel commercieel belang hebben bij welke uitkomst dan ook. Het is voor u als leek belangrijk om dit in ogenschouw te nemen bij het op de markt komen van weer zo’n wondermiddel (zoals er elk jaar vele verschijnen en daarna weer langzaam verdwijnen).

Uit die onafhankelijke onderzoeken bleek dat er maar enkele antibiotica waren met verminderde werkzaamheid , maar de meesten werkten goed en effectief tegen de bestrijding van Salmonella. Zo ook de gekende trimethoprim-sulfa kuren die veilig in gebruik zijn.

Niettemin blijft het wel oppassen met antibiotica, maar zogenaamde multiresistente bacteriën hebben we niet vaak bij duiven gevonden zoals de beruchte MRSA-bacterie in ziekenhuizen. Wel wat bacteriën met verminderde gevoeligheid.

Bij ernstige uitbraken E.coli blijkt een goede combinatie van de antibiotica vaak de redding te zijn.  Combinaties van middelen als trimetroprim, colistine en amoxycilline redden soms hele rondes jongen. De E.coli-bacterie is vaak de bijkomende “killer” van duiven die te lijden hebben van virusinfecties zoals het adenovirus en het circovirus.

De aangetaste jongen opruimen om zo de algemene weerstand van het koppel te verhogen vind ik onnodig. Wel in het uiterste geval, als ze op een kuur niet reageren.

Overigens zijn er wel redelijke resultaten met een specifiek coli-vaccin en met experimentele circo-adenovirus-vaccins. Vooral op hokken die jaarlijks te maken hebben met het ‘coli-probleem’ passen we die regelmatig toe.

Dus concluderend: kuur niet met antibiotica als de ouden pap voeren en ga met “coli”-problemen raad en advies vragen bij een deskundige dierenarts.

J. van der Sluis