Na enkele maanden afwezigheid zijn we weer terug op de schrijversstoel. De bedoeling van deze rubriek is maandelijks een nieuw stuk te plaatsen. Helaas komt het door behoorlijke drukte in de praktijk niet altijd goed uit. Daarnaast ben ik naast het werk ook altijd druk met mijn passie: de duivensport. Dan is het soms moeilijk om na een werkweek van een 60-tal uren, de nodige beslommeringen rondom het eigen duivenhok en niet te vergeten het sociale leven van een 30-jarige waar familie en vrienden ook een belangrijke rol in spelen nog een knap stukje tekst te schrijven. We gaan het de komende maanden in ieder geval weer oppakken en u voorzien van de nodige tips, uitleg over actuele onderwerpen en anekdotes.

Ik heb voor u enkele tips om uw duiven optimaal door de rui-periode heen te loodsen. Bij vele liefhebbers zijn de vliegduiven nu behoorlijk in de rui, soms zelfs zo erg dat vliegen naar het bovenste broedhok al een hele opgave is. Door het moderne duivenspel waarin verduisteren en bijlichten een belangrijke rol spelen ruien de sommige duiven veel extremer dan wanneer verduisteren en bijlichten niet wordt toegepast. Dit extreme ruigedrag wordt door velen als blijk van ‘gezondheid’ gezien. Bij mijn weten is de snelheid van ruien geen parameter voor de ‘gezondheid’ van een duif. Ik zie wel graag een regelmatige rui! Wat kunt u als duivencoach nu doen om de duiven (en dan vooral extreem ruiende duiven) zo goed mogelijk door de rui te helpen?

Ten eerste zorgt u ervoor dat de aanvoer van de juiste voedingsstoffen optimaal is. In de ruiperiode is het van belang dat er voldoende van de juiste eiwitten / aminozuren aangevoerd worden. De allerbelangrijkste bouwsteen voor de opbouw van een gezond en weerbestendig verenpak is methionine. Dit aminozuur (bouwsteen van eiwitten) kunnen duiven, in tegenstelling tot andere aminozuren niet zelf aanmaken. Het is dus van groot belang een voeder te verstrekken waarin dit aminozuur goed vertegenwoordigd is. Voor extreem ruiende duiven is dit vaak maar net of niet voldoende aanwezig in het voeder. Persoonlijk adviseer ik altijd 2 dagen per week Sedochol + Voedingssupplement Sport over het voer te geven tijdens de extreemste weken van de rui-periode. De Sedochol bevat een hoog gehalte aan methionine en heeft een zuiverende werking op de lever van uw duiven. De lever speelt op zijn beurt weer een belangrijke rol in het aanmaken van eiwitten en vetzuren. Voedingssupplement Sport is uniek in zijn soort en bevat een uitgebreide range aan kant en klare aminozuren waar de duiven na inspanning of in de rui-periode behoefte aan hebben.

Ook krijgen wij op de praktijk de laatste weken veel vragen over het kuren en enten tegen paratyhpus. Wanneer kan men beginnen met een kuur, waarmee en wel of niet enten?! Het principe van een ‘preventieve’ (bacterie is op elk hok waarmee aan vluchten en of tentoonstellingen deelgenomen wordt wel aanwezig)  paratyphuskuur berust erop om de duiven schoon te maken van de Salmonella-bacterie. De duiven bouwen hiermee geen immuniteit op tegen de bacterie. Door tijdens de kuur de duiven te vaccineren tegen de bacterie (met een geïnactiveerd/dood autovaccin) sluiten we de bacterie als het ware in en bouwen de duiven de juiste immuniteit op. Voor een optimale bescherming adviseren wij de duiven 2x per jaar te vaccineren te paratyphus. De 2e maal dan liefst een 3-tal weken vóór aanvang van het nieuwe vliegseizoen en dan eventueel met een levende entstof (Zoosal-T). Het kuren tegen paratyhpus kan eigenlijk de gehele rui-periode indien u kuurt met een trimethoprim-sulfa verbinding. Dit kan voor de rui geen kwaad. Als u de kuur gaat combineren met een enting adviseren wij wel dat de duiven in ieder geval door de dekrui heen zijn vooraleer u start met de kuur.  Enten tegen doen wij liever niet in de dekrui (soms is het noodzaak). Vaccineren tegen paramyxo is geen probleem in de rui-periode. Let wel op: tussen twee entingen altijd 10 dagen tussentijd houden en zorgt ervoor dat een Paramyxo-enting uiterlijk 10 dagen en een paratyphus-enting uiterlijk 20 dagen voor de start van het nieuwe kweekseizoen plaatsvindt! Hieronder vindt u een entschema voor de oude duiven:

Daarnaast wil ik u graag nog wijzen op het belang van een mestonderzoek in de winterperiode voor aanvang van de kweek. Zorg ervoor dat uw duiven vrij zijn van darmparasieten zoals coccidiose, haar- en/of spoelwormen. Deze parasieten voeden zich met weefsel uit de darmwand van de duif. Hierbij komen de normaal goed beschermde bloedvaatjes in de darmwand bloot te liggen en raken soms beschadigd. Op deze manier kunnen bacteriën die normaal onschadelijk zijn maar wel in de darm leven in het bloed terecht komen en voor bloedvergiftiging van 1 of enkele duiven zorgen. Ook een infectie met voor duiven pathogene bacteriën zoals, Salmonella, Streptococcus en/of E.coli wordt heirdoor in de hand gewerkt. Dit probleem doet zich vaak voor in de winterperiode als de duiven al verzwakt zijn door de rui en de daarbij horende wisselende hormoonspiegels in het bloed.

Voor vragen kunt u ons op de praktijk bereiken!

Stephan Göbel (dierenarts gespecialiseerd in duiven)

DAP J. van der Sluis BV

Industrieweg 1

3628 EZ Kockengen

T: 0346-242457

E: info@duivenkliniek.nl

W: www.duivenkliniek.nl