De E.coli-bacterie ( in het Vlaardingse drinkwater ook wel poep-bacterie genoemd) is een zeer verspreide bacterie die vaak ongevaarlijk is en in de darmen huist.

Er zijn echter ook gevaarlijke varianten die gifstoffen afgeven en ernstige darmontstekingen kunnen geven en via de darmen in het bloed geraken en overslaan naar organen als de nieren en de lever.

Nu houdt die bacterie zich meestal gedeisd maar onder bepaalde omstandigheden zoals stress en bijkomende virusinfecties kan hij veel kwaad aanrichten. Kunnen we die virussen onder de duim houden dan lopen we dus minder risico op ernstige moeilijk behandelbare E.coli-infecties..

De virussen die voor de grootste problemen zorgen zijn het adenovirus, het circovirus, het herpesvirus en het paramyxovirus.

Er wordt dus vaak gesproken over het adeno-coli of het adeno-circo  complex of zelfs over het adeno-circo-coli complex.

In alle gevallen is de darmflora ernstig verstoord, we zien ernstige groen slijmige ontlasting en de duiven braken vaak , eten niet en zitten met opgezette veren in een hoekje.

Als de virussen niet teveel schade hebben aangericht kunnen we met een combinatie van medicijnen soms snel goede resultaten bereiken.

Sommige middeltjes zoals zuur (azijn) en nog een heleboel andere huis tuin en keukenmiddelen kunnen soms best enig effect hebben maar het duurt soms langer (of bij het geval van een virus-inmenging helemaal niet) om de duiven weer optimaal te krijgen. Wij adviseren daarom direct een antibiotica-combinatie te geven zoals meerdere duivendierenartsen die kunnen verstrekken na diagnose aan de hand van een consultatie en/of mestonderzoek.

Als klap op de vuurpijl is er weer een nieuw virus wat ongeveer dezelfde verschijnselen geeft het z.g. Avian Rotavirus. Het virus zit nog in Australië en blijft daar nog in de buurt maar het is niet te hopen dat het de oceaan oversteekt want het kan tot 40% sterfte veroorzaken.

Wat kunnen we voorbehoedend doen…  Paramyxo wordt uiteraard gevaccineerd. Het paramyxovaccin is soms gekoppeld met het herpesvaccin. Dit geeft ook tegen de dodelijke herpesvirus-stam (PHV-1) weerstand maar niet direct tegen “het vliesje” zoals we wel hoopten.

Verder enten we ook met combinatie-vaccins , waarvan onderdelen ontwikkeld zijn voor andere diersoorten, tegen het circo-virus en het adenovirus.

De meningen over de werkzaamheid zijn wat verdeeld maar na het vaccineren in onze kliniek, van vele duizenden duiven hiermee, hebben we sterk de indruk dat het zeker effect heeft.

We hopen dat er voor het Australische virus snel een vaccin gemaakt wordt.

Gelukkig hebben we in deze tijd minder last van al die virus-ellende maar wel adviseren wij om te enten. Dat kan in deze tijd tegen de paramyxo of combinatie-entingen bij de kweekduiven. Dan hebben de winterjongen daardoor ook meer weerstand. Paratyfus enten met dode- of levende entstof kan daarna, als de grote dekrui voorbij is, gedaan worden maar in ieder geval uiterlijk 3 weken voor het koppelen.  Daarbij wil ik nog even benadrukken dat een vaccin geen medicijn is en geen antibiotica bevat! Vaccins zijn bedoeld om mens en dier meer weerstand te doen opbouwen tegen bepaalde ziekteverwekker (virussen en/of bacteriën). Dus in het kader van ‘voorkomen is beter dan genezen’ zeker doen!

J van der Sluis