De Lier
L. Van Rijn
NL16-1835716
1408,577 m/min.
Leo van Rijn uit De Lier is een zeer bekende naam in duivenland. Al tientallen jaren blinkt hij uit op de vluchten en lezen we zijn naam terug bij andere topliefhebbers. Als de duiven zeer goed presteren bij jezelf, maar ook bij anderen, dan bezit je een geweldige stam duiven. Leo haalt nooit zomaar wat mij en is erg zuinig op zijn stam Meulemansen en Van Loon duiven. Met kruisingen van Antoon Ruitenberg en Willem de Bruijn, heeft hij zijn topkolonie van een nieuwe impuls voorzien. Dit zagen we terug in diverse samenspeloverwinning, teletekstnoteringen, beste jonge duif van Nederland en het hoogtepunt 8e beste liefhebber van Nederland. Op Duffel kwam hier een nieuw hoogtepunt bij. Met zijn ‘716’ behaalde hij de Snelste duif van Nederland. Dit hoogtepunt was nodig ook, want momenteel heeft Leo het erg zwaar na het overlijden van zijn zeer dierbare vrouw. Het genieten van de duiven komt met kleine vlagen weer terug, maar het is erg zwaar momenteel.
NL16-1835716
De winnende weduwnaar is een vale doffer en is gekweekt uit een geleende duif van Willem de Bruijn x een dochter van Olympic Hurricane die Leo bij Willem heeft aangeschaft. Het soort van Willem de Bruijn pakt ontzettend goed op de oude Keizerlijn van Leo van Rijn.
Systeem
Toen Leo nog werkte, had hij weinig tijd voor zijn duiven en kwamen ze eenmaal per dag buiten. Omdat Leo van simpel houdt, is dit altijd zo gebleven. Duiven wennen aan je systeem en het systeem bewijst al tientallen jaren dat het goed is. Ook andere melkers zijn zeer succesvol ermee, dus waarom veranderen? De duiven trainen niet verplicht, want als de duiven geen zin hebben en ze mogen niet naar binnen, gaan ze gewoon bij de kassen of op het land zitten. Een duif in goede gezondheid en vorm traint overigens wel uit zichzelf. Leo heeft hier dan ook geen problemen mee.
De oude duiven worden niet verduisterd en niet bijgelicht. Dit wordt door heel veel topmelkers gedaan, maar dit is niet perse nodig. De jonge duiven worden wel altijd verduisterd en bijgelicht.
Voor de vluchten wordt bijna nooit getoond. De eerste vluchten gaan ze zo rustig mogelijk de mand in en ze hebben toch al snel door hoe het spelletje werkt. Heel af en toe worden de duiven getoond en dit is niet om te pieken of iets, maar wordt vooral op gevoel gedaan. Als Leo het idee heeft dat de duiven niet lekker gekoppeld zijn of dat er iets anders niet klopt, worden ze heel af en toe bij elkaar gelaten. Dit komt zeer zelden voor.
Voeding
De duiven krijgen de vliegmengelingen van Beyers. De Koopman All in One is een veelzijdige mengeling en dit hebben duiven nodig om een heel seizoen goed te presteren. Bij deze mengeling wordt ook de weduwschapsmengeling gegeven. Leo is wat voeren betreft nog een beetje op zijn oude systeem blijven hangen. In het begin van de week krijgen de duiven veel zuivering en vanaf maandag wordt dit percentage steeds minder en de vliegmengeling steeds meer. De dag voor inkorven krijgen de duiven bijna altijd volle bak. Mocht Leo nu zien dat zijn duiven niet graag eten, dan voert hij de dag voor inkorven tot dat ze gaan drinken en krijgen ze dag van inkorven nog een grotere hoeveelheid voer. Het is belangrijk dat de melkers goed naar zijn duiven kijkt en daarop anticipeert.
Om de duiven extra eiwitten en vetten te geven, krijgen de duiven een mengeling van hennep, snoepzaad, p40 en extra mais.
Bijproducten/Medisch
Leo is zeer terughoudend met medicijnen, maar zeer stipt met de jaarlijkse entingen tegen niet alleen pokken en paramixo, maar ook al jaren de enting tegen paratyfus. Dat gaat altijd geheel zonder kuur vooraf , zoals velen doen en ook geen kuur op enig ander moment. Leo gelooft heel erg sterk in het weerstand opbouwen via entingen en natuurlijke supplementen die de organismen versterken, zoals vlierbessen, groenten en kruidenthee. Ook verstrekt hij veel grit, mineralen en piksteen varianten.
Als plantenkweker weet Leo maar al te goed dat een klein gebrek aan een enkel mineraal, de opname van vele ander mineralen door het lichaam kan blokkeren. Dan slaan zwakte en ziekte toe. Tekorten zijn dus desastreus, maar ook een te veel aan bepaalde vitamine is desastreus voor het lichaam. Daarom kiest Leo al z’n leven lang om zo dicht mogelijk bij de natuur te blijven.
365 dagen per jaar krijgen de duiven knoflook in het water en het water wordt steeds bij gegoten. Na een week of twee worden de teentjes vervangen en komen er weer nieuwe bij. Ook krijgen de duiven bijna iedere dag de kruidenelixer van Jan Smit in het water. De fles met de witte dop werkt zeer goed en je ziet ook echt verschil aan de duiven. Het is een goedkope oplossing en sinds Leo dit systeem volgt, vindt Drs. H. van der Sluis nooit meer wat. Het is niet dat Leo tegen medicijnen is, maar je moet het wel goed gebruiken. De ervaring leert dat al dat preventieve gedoe echt totaal niet nodig is. Mensen moeten gewoon lef hebben en het eens proberen.
Wordt er dan helemaal niks gegeven? Na een paar natte, verregende vluchten heeft Leo ook weleens een zwak moment. De laatste jaren heeft hij een test gedaan om dan alleen de doffers of alleen de duivinnen te kuren. Deze proeven worden nu een aantal jaren gedaan en Leo ziet geen enkel verschil. Kortom: duiven krijgen geen ornithose van een regenachtige vlucht. Duivenmelkers denken vaak dat het dan nodig is om te kuren, maar de testen laten wat anders zien. Ook tegen geel wordt nagenoeg nooit gekuurd. Soms wordt er na een paar nachten B.S. gegeven op een hok, maar ook hierin ziet Leo totaal geen verschil. Meten is weten!
Als de jongen coli hebben, dan wordt eerst geprobeerd het op te lossen met Colinol van DHP. Deze witte, stinkende boterzuur heeft een geweldig effect als de duiven coli hebben. Meestal is dit voldoende, maar mocht het echt verkeerd gaan, wordt er uiteraard medisch ingegrepen.
Hok
De duivinnen zitten heel de week in een overdekte ren. Na de training komen ze bij de doffers binnen, die gescheiden zitten door middel van een traliedeur. Veel mensen vragen zich af of het niet slecht is dat de duivinnen de doffers steeds zien. Leo is hier heel simpel in: kijk naar de prestaties en zo slecht zal het niet zijn. Mensen maken de duivensport vaak moeilijker, dan dat het in werkelijkheid is.
De doffers zit wel in een afgesloten hok. Het raam staat aan de onderkant op een kier en is afgesloten met windbreekgaas. Zodoende komt er toch geleidelijk frisse lucht in het hok, maar ontstaat er geen valse trek. De inlaat bij de kap wordt beschermd door een plank, die de lucht naar boven geleidt. Op het hok wordt altijd goed gevlogen en de duiven zitten altijd strak, dus het zal best een goed hok zijn.
De jonge duiven hebben een ren voor het hok en daar zitten ze erg vaak in. Frisse lucht is enorm belangrijk en Leo houdt zelf ook niet van stof. In de nacht moeten de duiven wel in het hok en wordt de opening naar de ren afgesloten.
Patrick Noorman